Er waren eens twaalf koningskinderen – elf broers en een grote zus, Elisa.
Once upon a time there were twelve royal children – eleven brothers and one older sister, Elisa.
Op een dag stierf hun moeder en een poosje later trouwde de koning opnieuw. Maar de nieuwe vrouw was een boze heks.
One day the mother died, and some time later the king married again. The new wife, however, was an evil witch.
Ze betoverde de elf prinsjes in zwanen en stuurde ze heel ver weg in een vreemd land aan de andere kant van het grote bos.
She turned the eleven princes into swans and sent them far away to a distant land beyond the large forest.
Ze kleedde het meisje in lompen en smeerde haar een zo vieze zalf in het gezicht, dat eigen vader haar niet meer herkende en haar uit het kasteel verjaagde.